Mijn jongens hebben twee weken vakantie. Dat houdt in dat ik 24/7 met ze optrek. We rijden altijd met zijn drieën op de motorfiets door Sucre. Eentje voor, eentje achter. Altijd lol. Wie voorzit, beweegt altijd zo mooi mee met het ritme van de motor. Dan smelt mijn hart. Van de week bedacht ik dat we naar Marawa moesten. Dat is een soort van krater, twee uur rijden van Sucre. Om er te komen moeten we een vier kilometer hoge bergrug over, om daarna een soort van anderhalve kilometer lange vrije val te maken. Geen geen kinderen in Sucre die zo’n trip met pappa hebben gemaakt. De rugzakjes, vol met speelgoed en lekkere boterhammen, gingen om en weg waren we. Wat zijn het toch een bijzondere ventjes. Het is de bedoeling dat ik 6 januari terugvlieg naar Nederland, maar weet niet of ik die tijd ga volmaken. Blijft een raar gegeven dat ik geld nodig heb om mijn Mannetjes te kunnen zien. Maar een lol wat we hadden! Hieronder wat foto’s van twee bikers in de dop – Santiago en Sebastian van Hooff.
Maand: juli 2015
Roomscher dan de Paus
Het is toch wel even wennen als ik mijn kinderen ‘Jezus is de beste’ hoor zingen, terwijl ze huiswerk aan het maken zijn. Ze duiken ook zo een kerk in om Jezus aan te moedigen. Oké, elke houvast is er een en zeker als een vader tien maanden lang niet in beeld is geweest kan ik het me voorstellen dat ze naar andere voorbeelden uitkijken. Moet erg wennen in Bolivia. Dat moest ik altijd, maar nu iets meer. Zit hier nu een week en het voelt alweer als een half jaar. Als ik in januari terug naar Nederland ga, kom ik hier niet meer. Waarschijnlijk krijg ik de Mannen mee, na mijn reis naar Japan. Roxana begint in te zien dat een toekomst in Europa beter is dan in dit land. Ze komt niet mee. Dat zal geen verrassing zijn. Ik heb een masterplan: naar Japan met de motor en er echt alles uithalen wat er in zit. Daarna boek schrijven, liefst klaar in een jaar. En dan het sprekersmilieu in. Wist niet dat ik dat kon – beetje voor groepen lullen. Grote schik in. Waarschijnlijk moet ik in de winter door Siberië, want ik heb geen tijd om de winter af te wachten. En een beetje kou lijden is beter voor het verhaal, lijkt me zo. Alleen zijn er in de winter veel wolven, dat maakt het verhaal nog interessanter. Tegen die tijd zal ik ook in Jezus gaan geloven.