Peer vertelt

En we pikken het verhaal van mijn goede vriend Peermans weer op in La Paz
We blijven nog ´n dagje in La Paz. Even bijkomen van de rit over de Alti Plano. Het voorval met die bus komt regelmatig ter sprake. Paul zegt dat hij zoiets nog nooit heeft meegemaakt, terwijl ie toch de nodige kilometers achter de rug heeft. Door zijn alerte reageren én zijn ervaring heeft ie ´n tragedie weten te voorkomen. Dan merk je ook, hoe kwetsbaar je bent op een motorfiets. Van de andere kant: als we met de auto waren geweest, hadden we geen schijn van kans gehad dit te overleven. Overigens wel lekker hoor. Zo´n dagje rondhangen in La Paz. Vrienden en bekenden ontmoeten en genoeg te doen om de dag voorbij te laten vliegen. ´s-Avonds even ´n biertje gaan drinken in Mongos. Een grote tent met diverse ruimtes en vooral een goeie vibe. Door de muziekkeuze wordt er veel gedanst. Ook op de tafels. Er hangt een goede sfeer en je raakt daardoor gemakkelijk in contact met andere bezoekers. De volgende dag willen we bijtijds vertrekken en daarom gaan we vroeg terug naar ons hostal. Als we daar uit de taxi stappen, raken we aan de babbel met enkele jongelui. In no time mengen de eetstalletjeshouders zich ook in het gesprek. Af en toe is het best wel lachen hoor met die Bolivianen. Enkelen proberen ons over te halen om met hun mee te gaan naar een of andere kroeg. Aangezien wij verstandige mensen zijn, kruipen we vroeg onder de wol.

La Paz uit komen gaat snel en bij de tolpoort kunnen we zonder te betalen doorrijden. Zo hoort het ook, want motoren hoeven in principe niet te betalen in Bolivia. Bij enkelen konden we zo doorrijden, maar we zijn tolpoorten gepasseerd, waar men ons liet betalen. Voor de bemanning een extra bijverdienste volgens mij. We hebben daarom telkens staan onderhandelen. Men vraagt maar wat en altijd veel te veel. De te betalen bedragen variëerden van 2 Bol tot 15 Bol. Daar is wel overheen te komen, maar het gaat om het principipe nietwaar? Goed, La Paz dus uit. Bovenaan op de autopista nog even een ´laatste´blik op de stad en dan begint El Alto. Ooit bedoeld als het nieuwe La Paz is daar in dit deel van El Alto weinig van te merken. Wat een gribuszooi zeg. Het verkeer krioelt er door elkaar heen en daar tussendoor bewegen zich ook nog mensen. Soms steken ze zonder te kijken zomaar plotseling de weg over. Al dan niet een handkar voor zich uitduwend, maar bijna altijd wel met een bult bagage. Erger nog zijn de vele en vooral venijnige drempels, die je over moet. Alle voertuigen stoppen en gaan er dan stapvoets overheen. Je moet wel wil je geen schade op lopen. Af en toe wip ik uit het zadel omhoog; de drempel is toch iets venijniger dan gedacht. Als we El Alto achter ons laten, wordt het geleidelijk aan wat rustiger op de weg en is het weer heerlijk toeren. Goed en wel het eerste zicht over Lago Titikaka, komen we aan bij een dorpje, Huatajata geheten. De (hoofd)weg is geblokkeerd door de inwoners en we moeten iets terug om de (rots en zand)weg te nemen, die door het dorp gaat. Het gebeurd regelmatig dat men in Bolivia, om uiteenlopende redenen, de doorgaande wegen blokkeerd. Deze keer is echter absurd. De ex vicepresident (Victor Hugo Cárdenas) heeft in dit gehucht een huis. Omdat hij geen Masista (de partij van Evo Morales) is, wil de lokale bevolking dit huis onteigenen. De familie is bij de belegering van het huis gewond geraakt en verblijft in het ziekenhuis. Alle ramen zijn ingegooid en het lijkt dat er binnen ook behoorlijk is huisgehouden. De politie is nergens te bekennen en de regering doet ook niks. De Minister van Staat wast zijn handen in onschuld en verwijst naar het onderzoek, dat gestart zal gaan worden. Áls dat al ooit gaat gebeuren. Dit is het gebied van de zg Ponchos Rojos, een groepering waar je beter niet mee te maken kunt krijgen. Ze zijn vooral agressief en gewelddadig. Het voelt niet goed om hier lang bij stil te staan en we rijden snel verder. Het vlakke landschap gaat over in bergachtig gebied. Schitterend! Met af en toe adembenemende uitzichten over Lago Titikaka. We dalen af naar een engte in het meer, waar we met ´n soort pont overgezet worden. Behalve de Moto Guzzi staan er twee auto´s op met Mexicaanse toeristen. De mannen willen alles weten over Guusje en zijn berijder en willen gezamelijk op de foto.

Vanaf de pont gaat het snel omhoog en krijg je weer spectaculaire vergezichten te zien. De weg slingert zich door de bergen omhoog en omlaag. Toch gaat het vrij vlot en al snel zien we de karakteristieke berg, die uitkijkt over Copacabana. Even later rijden we het dorp binnen. Blij dat we er zijn. Verwachtingsvol uitkijkend naar onze hernieuwde ontmoeting met vrienden en bekenden. Omdat Paul hier langere tijd heeft doorgebracht, kent hij meer mensen in Copacabana dan ik. Hoe dan ook, het is een geweldig leuk weerzien met alle vrienden en bekenden. Veel onderwerpen om over bij te babbelen en de avond en volgende ochtend schieten voorbij.
We beloven om op de terugweg weer een stop te maken in Copacabana en daarna vertrekken we richting grens met Peru. De douaneformalitieiten voor Paul en mezelf gaan snel. Anders is het voor de motor. Men wil $ 200,00 (dollar!) voor een of ander apart formulier. Uiteindelijk weet Paul dat bedrag terug te babbelen naar 200 bol. Zo´n 20 Euro. Nog veel te veel, maar ja, je moet wat wil je verder. Al bij al kost het hele gedoe ons meer dan 1.1/2 uur. Als we weer verder rijden, is Guusje versierd met een grote sticker. Dit als bewijs dat ze legaal in Peru rondtuft. De weg naar Puno voert ons langs Lago Titikaka, maar echt spectaculair is die niet. Beetje golvend en op hetzelfde nivo als het meer. Dus geen spectaculaire uitzichten. Zo´n 20 km vóór Puno begint het iets bergachtiger te worden. We slingeren er snel doorheen en dan rijden we Puno binnen. In het centrum ken ik een hostal, maar weet niet zeker of de motor daar wel binnen kan. Een lange, smalle gang vormt de entree naar de receptieruimte. De motor past maar nét door de voordeur. Daarna manouvreert Paul met enige moeite zijn machine door de lange gang. In de receptieruimte wordt Guusje geparkeerd. Heel luxe, op het vloerkleed én onderdak. Puno is niet echt een plaats waar je graag wilt zijn. Er is weinig te beleven en de toeristen komen er hoofdzakelijk voor 1 of 2 dagen. Om de drijvende eilanden te bezoeken of inkopen te doen. Maar het is, vanuit Bolivia, de eerste grotere plaats in Peru. We denken er over, om via Arequipa en Chili terug te gaan naar Bolivia. Voordelen zouden zijn, dat we niet wéér over de Alti Plano hoeven en (voor Paul) een nieuwe route. Nadelen zijn de grotere afstand en de prutweg die ons te wachten staat in Bolivia. Dus dezelfde weg terug? Lijkt ons de beste oplossing. (Wordt vervolgd)

Promote Paul: Mail to a friend | Post to del.icio.us | Digg! | Translate Dutch to English

  1. Ha die Paul,

    All is well? denk het wel zo te lezen.. Wij wonen al een jaartje in z-fr tegen Spanje aan, Biaritz, Bayonne omgeving en hier is alles idem. Tleven is hard en denk dat ik maar ‘tot inkeer ga komen’ en ook mijn miljoenen ga aangeven…. uhh Peseta’s… Grtz Joost (ex Wiley-X)

    According to Joost – 15:06 (op 13 Augustus ’09)

Share This: