Onderweg

Zo, meneer is me toch een partij de grens over. Slaap BAnu in Abra Pampa, een plaatsje dat ik ken uit the old days. Moest er wel weer even in komen  hoor, meiden. Zes jaar (dikke tweeduizend dagen) niet fatsoenlijk op de motor gezeten, laat staan dat ik de grens over ben gegaan. De plunjebaal zat niet lekker in mijn rug. Goede zit is nodig, want ik vang veel wind. ’t Waait behoorlijk. Ook moet ik wennen aan de leren zijtassen. Had vroeger een systeem hoe en waar ik de spullen opborg. Nu is het vooral proppen en aanstampen. De Guzzi heeft hier allemaal geen boodschap aan. Ze vlamt en stampt als vanouds. Wel hoor ik de kleppen, terwijl ze twee keer zijn gesteld. Ook heb ik olie op de punt van mijn laars. Waar dat vandaan komt is nog een raadsel. Verwacht dat ik over een dag of vier in BA ben. Daar word ik opgewacht door de voorzitter van de XT600-club. Ken hem van Facebook, maar we zijn nu al goed vrienden. Mooi volk, die Argentijnen. Dat ze niet kunnen voetballen is ze vergeven. Ook geen probleem met mijn Boliviaanse nummerplaat die feitelijk op Roxana’s naam staat. Kortom, ben een tevreden mens. Wat is dat toch leuk, motorrijden. Wel fucking koud en die wind blaast als een gek in mijn rechter neusgat. Kortom, het is nog even wennen.

Roy, zie je dat ik op de valreep mijn zadel heb laten bekleden? Kostte me tien euri. Soms is Bolivia een fijn land. En die tassen misstaan niet, toch? En niet te vergeten, m’n haar zit fantastisch.
BAd!!

Share This: