Geen motor zo onverschillig voor onderhoud als mijn 32 jaar oude Moto Guzzi. Dertig maanden is ze on the road. Geen berg te hoog, geen rivier te diep, geen terrein te ruig, geen grenspost te veel. Naar het aantal kilometers is het gissen. 40.000, 50.000, beats me. Het gepleegde onderhoud aan de motor is te verwaarlozen. gezien mijn schaarse kennis van het mechaniek. De kleppen zijn voor het laatst gesteld in Seattle, een reizigersleven terug. Een mij toevertrouwd klusje is het vervangen van olie, wat ik om de 2500 kilometer doe. Nieuwe olie wast elke kwaaltje van de Guzzi weg, zo weet ik. Pure psychologie. Dertig maanden heeft ze zich laten glimlachend laten kastijden. Twee weken terug kwam de afrekening. Ik was onderweg naar Salar de Uyuni, de zoutvlaktes. Dat de motor slecht was kon me niet deren. Er stroomde verse olie door de leidingen. De Guzzi kwam al een tijdje zeer slecht op gang met een hoop voorverbrandingsklappen in de carburatie, of hoe zeg je zoiets. Eenmaal op temperatuur deed ze keurig netjes haar krukasomwentelingen, al deed het verticale stratenplan van La Paz haar rochelend happen naar adem. Welke motor voorzien van conventionele carburateurs heeft op 3500 meter geen last van astmatische trekjes?
Een zondagochtend, ergens in juli, 07. Zeker een half uur had ik nodig om de motor aan de praat te krijgen. Moest de Guzzi uiteindelijk aanduwen, een inspanning van Olympische afmetingen, gezien het gewicht van de motor (320 kilogram met bagage) en de hoogte, 3500 meter. ‘Het is de hoogte, te weinig zuurstof. Laat je niet gek maken’, hield ik mezelf voor. Dat er wel eens meer aan de hand kon zijn (onderhoud?) drong niet tot me door. En dan toch vetrekken, wise ass. Had op zijn minst een rit van 800 kilometer voor de boeg om te eindigen op de eindeloze zoutvlaktes waar in de regel niet meer is te zien dan – zout, laat staan een in Moto Guzzi gespecialiseerde monteur. De Guzzi besliste anders. Na tachtig kilometer over de Alti Plano (4000 meter hoogte) te hebben geduwd hield ze er mee op. Geen beweging meer in te krijgen, alsof ze wilde zeggen ‘Don Pablo, het is tijd voor bezinning. Het roer moet om.’ Nog altijd ben ik de kapitein op het schip en de koers die dag stond gericht op Salar. Na drie uur lang met minutieuze precisie gezocht te hebben naar de oorzaak van de storing (‘Kijk eens aan, we hebben een vonk. Wat nu?’), kwam ik tot de slotsom dat de rit die dag ten einde was en dat ik de coördinaten moest aanpassen. Vrij snel kreeg ik een lift van ene Francisco Romero, woonachtig in Rio Seco, calle 10 (Mocht je in de buurt zijn, bedank hem nog even voor de aangeboden hulp) die onderweg was naar La Paz. In zijn volgeladen pick-up vonden we nog net een plekje voor de Guzzi die compleet op apegapen lag. Het toeval wilde dat ik twee dagen ervoor een verkennend ritje door El Alto (de satellietstad die uitkijkt over La Paz) maakte en een monteur vond, Top Moto. Tijdens het verversen van de olie vroeg de eigenaar Orlando of de motor problemen gaf. ‘Al twee jaar lang vervult ze elke wens’, antwoordde ik zelfverzekerd. Hij was onder de indruk. En wie niet? Ik kende geen andere motorzaak in La Paz en dan sta zomaar je op een zondagavond in El Alto (Bolivia) voor een gesloten motorzaak moord en brand te schreeuwen. Ik kon die avond de motor bij Top Moto stallen. De dag erop zou ik terugkomen. Een nogal hectische zondag eindigde in rust. Francisco zette me voor de deur van mijn hotel down town La Paz af. Ook de motor stond droog. De politie hier in Bolivia waarschuwt me keer op keer dat het langs de kant van de weg niet veilig is. Ik weet inmiddels beter. Vier keer heb ik echt hulp nodig gehad hier en evenzoveel keer lieten de Bolivianen me niet staan. Bijzonder vriendelijke mensen die Boli’s.
Een maandagochtend, ergens in juli, 07. Orlando begon aan de klus van zijn leven – mijn Guzzi. Hij stroopte zijn mouwen op en ging aan de slag. Vier dagen later was hij klaar. Ik had geen prijs afgesproken met Orlando. Ik wees ‘m op de vorkpoten die in proper motortaal geen feedback gaven, een eufemisme voor te keer gaan als een drilboor ook al bestaat de ondergrond uit asfalt. Voor de rest liet ik ‘m zijn gang gaan. Het bleek dus dat de kleppen min of meer vastzaten, dat de ontsteking niet op tijd stond, de carburateurs en de contactpunten vuil en compleet van slag waren en weet ik wat voor toestanden allemaal. Verder reviseerde Orlando de vorkpoten, inspecteerde en vernieuwde zondig de bedrading, vernieuwde de remschoenen (zes in totaal), paste het instrumentarium aan en meer, veel meer. De rekening zoals gezegd was voor Boliviaanse begrippen torenhoog, 3000 Boli’s, omgerekend 300 euro op de kop af. Ter illustratie: Fabby, een lokaal vriendinnetje die een internetzaakje runt, verdient 6000 Boli’s per jaar. Maar goed, voor 300 honderd euro heb ik een zo goed als nieuwe motor. En als ik nu eens stil sta hoeveel dat barrel me kost per strekkende kilometer kan ik niets anders doen dan me rijk rekenen. Los van een V-snaartje, een nieuwe band, of nieuwe accu kost de Guzzi me zo’n 8 euro per duizend kilometer. Besef dan wel dat ik vulkanen met haar heb beklommen en onlangs 3000 kilometer door een woestijn heb getijgerd.
Kortom, voor het eerst in zeven jaar doet die vermaledijde voorvork ‘t (Hij dempt!) en sla ik over het stuur als ik maar naar de voorrem kijk. Als ik mijn voet per ongeluk laat rusten op het rempedaal kom ik slippend tot stilstand. Een tien procent helling op 4000 meter hoogte – ik trek de volgeladen Guzzi zo op zijn achterwiel. Met andere woorden, de Guzzi, nog altijd een motorfiets tegen wil en dank, leeft!
Intussen hield ik het een maand op mijn sloffen uit in chaos van La Paz. De stad en de mensen verrassen me. Na flink gereisd te hebben door Peru ben ik volkomen ingezakt geraakt. Je doet ook niet veel op 3500 meter hoogte. Lichamelijk houd je een low profile. De weekeinden waren wild met Edith. Evenwel gedurende de week hield ik me koest en kuierde wat lethargisch rond over calle Illampu, mijn wijkje, met zijn kleurrijke chola´s en zag dat alles goed was. Kijk, ik kan wel als een razende idioot, of liever gezegd als een toerist musea en andere cultuurverantwoorde uitstapjes maken, maar door gewoon te zijn kun je de hartslag van een land of in dit geval een stad goed aanvoelen. La Paz voelt goed en zo heb ik inmiddels begrepen mogelijkheden zat. Ik houd ermee op. Moet aan de slag. Ben onderweg naar Santa Cruz waar Che zijn fatale opmars door Bolivia begon, veertig jaar geleden. Pieter Webeling, mijn beste journalistieke maatje, heeft rond gebeld en er is behoorlijk wat interesse vanuit NL voor het verhaal. Ben voor mijn gevoel binnen als ik Gary Prado te spreken krijg, de kapitein die Che de avond voor zijn executie lang ondervroeg. Hij woont in Santa Cruz. Wish me luck. Kortom, de luiheid heb ik afgeworpen. Nu ga ik Che ontwaken.
PS In Bolivia is men nogal goed gelovig. Als Onze Lieve Heer of een van zijn 11234 Santa´s of Maria´s geen sjoege geven, wendt men zich tot tot mythes, hekserij of andere vage toestanden. Hier zie je bijvoorbeeld lama embryo´s. Het gedroogde lijkje leg je onder het fundament van een nieuw te bouwen lokaal en alle onheil is afgewend. Overigens schuwt men niet om een lokale dronkaard voor dit doeleinde te gebruiken, ongelogen. Het doel heiligt de middelen, zo begrijpt men maar al te goed hier in Bolivia. En waarom niet? Al blijf je waakzaam voor overmoed.
Promote Paul: Mail to a friend | Post to del.icio.us | Digg! | Translate Dutch to English
Paul, die rechtse chica op de foto; wordt dat nou je nieuwe liefde?
Je ziet tenminste nog besneeuwde bergtoppen, hier is het enkel zand…… op 15 NDP (Nieuw Doha’s Peil)
Wat een leven in de brouwerij ineens.
Ik liep een weekje achter en mijn hoofd was vol van andere dingen.
Nico’s verhaal is hartverscheurend en je gunt dat niemand.
Materiele zaken tellen niet meer mee als je naasten lijden.
Ik hoop dat alles goed met je gaat Renske…
Zo’n operatie is niet niks.
Je zal het feestgedruis in Leiden wel vanuit je ziekenhuis kamer hebben gehoord.
Ik kan me niets triesters voorstellen dan in een bed te liggen en te horen dat de rest van de stad aan het feestvieren is.
Maar er gloort altijd een sprankje hoop aan de horizon.
Voor jouw een tweede nieuwe lever en hopelijk slaat hij aan. (of is een lever een zij…)
Nico,Hou ons op de hoogte van de vorderingen van Renske.
Paul, Ben blij dat je jezelf heb kunnen oppakken om weer te gaan reizen.
Het afscheid van Edith zal wel weer een weekie ofzo de reacties beheersen dus nu is het tijd voor de smeuige verhalen over haar.
Het is goed om te lezen (en zien) dat ze in de woestijn ook feest vieren en jij bent een geluksvogel.
Gaan met die Guz zou ik zeggen.
Uh, hoe zit het met het roken???
Al opgegeven…?
Ik zit aan een laserbehandeling te denken om de eerste tijd te overbruggen, misschien kan jij een Wintie priesteres vinden die zoiets op het spirituele vlak kan uitvoeren.
Thomas doet mee en laten we het volhouden zonder saggerijnig te worden.
Rijden Paul !
Grtjz!
Pi.
In het ad van zaterdag stond een aardig artikeltje over Che in Bolivia. In de gedrukte versie stond er ook nog een routekaartje bij. http://www.ad.nl/buitenland/article17183..