Filmpje

The highway from Paul Hooff on Vimeo.

Share This:

Uitgeteld

Midden op de weg (1 van 1)Zo, afscheid genomen van iemand die een decennium lang een behoorlijke stempel heeft gedrukt op guzzigalore. Veel dank, Roy.
God speed. Het heeft namelijk echt geen enkele zin om mij pedanterig continu aan dingen te herinneren die ik allang weet. Dan ontgaat mij de lust om hier ook maar een natte scheet te laten. Als het nou nog grappig was, maar nee, niets, vervelend gewoon. Ga ergens anders zieken. Of ga zelf reizen. Heb je vragen over mijn beweegreden in welke zin dan ook, stel ze, en ik geef antwoord. Vraag dóór en je krijgt een beter antwoord. Een spiegel houd ik me elke dag voor, en toegegeven soms zie ik pure wanhoop.
Nadat ik mijn eerste reis in Ushuaia afrondde, wist ik al dat ik door zou gaan, kinderen of niet. Ze zouden me een tijdje kwijt zijn, maar daarna ook héél lang niet. Of dat opvoedkundig verantwoord is, daar kan ik mijn twijfels bij hebben. Maar het is zoals het is. Die reis die ik me voorhield was deze, of beter gezegd, andersom, van Tokio naar Amsterdam. Uiteraard zou ik niet in de winter gaan reizen. Want kou is kut. Waarom ik dat nu dan wel doe, is simpel: een half jaar wachten op beter weer vond ik zinloos. Ik rijd sinds mijn achttiende motor, weer of geen weer. Heb namelijk geen autorijbewijs. Ik weet dat ik behoorlijk af kan zien, dus ja, let’s go for it. Go with the flow. Het aanvankelijke plan was om de laars helemaal uit te rijden, en dan de oversteek te maken naar Griekenland. Maar: ik voelde me niet goed in Italië. Ik irriteerde me mateloos aan het respectloze verkeer dat me vogelvrij had verklaard, zo leek. Dan maak je een keuze, wegwezen hier. Reis op instinct. En dan kom je in/op de Balkan terecht, via Kosovo alsnog naar Griekenland. Ik miste letterlijk een afslag en kwam bij Murat terecht. Eindelijk begon de reis zich te ontwikkelen, zoals tijdens de vorige. Puur meegaan met de omstandigheden. Mooie mensen ontmoeten, goed in je vel zitten. Vervolgens kwam er een Siberische storm over me heen en zat ik twee weken opgesloten in mijn kamertje van 2 bij 1,5 meter. Nee, dat was ‘m niet.

In Turkije zou alles beter worden, vooral het weer. En dan gaat er out of the blue ineens veel mis, met als aanleiding een bankpas die veel doet, behalve cashgeld uitkeren. In Sofia kwam ik redelijk laat aan, na een paar mooie rijdagen in Servië. Uitgeteld (1 van 1)Elf banken geprobeerd, maar geen cash. Benzine tanken met de pas ging dan weer wel. Toen maakte ik de beslissing om een 1 keer door te rijden naar de grens van Turkije. Nacht doorhalen, maar dat kan ik. Achter vrachtwagens hangen en als het te koud wordt, even bijtanken. Kwam om zeven uur ’s ochtends triomfantelijk en dolgelukkig aan bij de grens. Daar had ik een visum nodig. Dat wist ik. Die kost 25 euro, wist ik ook. Volgens die blaaskaak van een Erdogan is Turkije een hypermodern land, dus betalen met mijn pas leek me niet meer dan logisch. Nee, men wilde cash. Er waren twee banken en allebei keerde ze geen geld uit. Daar sta je dan, toch wel een beetje verkleumd te zijn. Ik vermoed dat in elk ander land waar ik doorheen ben gereisd naar een oplossing zou worden gezocht. Die was simpel, loop effe met me mee naar dat restaurant een kilometer verderop, leg de situatie uit en laat me 25 euro pinnen. Op eigen houtje lukte me dat niet. Dan kan het zomaar gebeuren dat je na een ijskoude nachtrit nog eens vijftien uur in de sneeuw staat te blauwbekken. Ik heb gezien dat migratie straathonden beter behandelde. En continu tegen me snauwen. En uiteindelijk ook tegen elkaar, omdat ze zich feitelijk geen raad met de situatie wisten. Kortom, begon me zorgen te maken. Ik begreep er echt helemaal niets van. Wat ik wel begreep was dat mijn lichaam er niet zoveel zin meer in had. Dan ga je gewoon aftellen. Uiteindelijk kon ik nachts om tien uur door. Motor liep kut, twee benen aan de grond door de sneeuw, God weet waar naar toe. Was erg rustig, dat dan weer wel. En toen Geaorge en Gotcha (1 van 1)kwam er ineens een bestelbusje naast me rijden, met een vriendelijk glimlachend hoofd achter het stuur. Een engel! Man wenkte me, en voor ik het wist ik hing ik uitgeteld in de veiligheidsriemen en de Guzzi lag voor pampus achterin. Ik vroeg George, zo heet de vriendelijke Georgiër, of hij me naar Istanbul wilde brengen. Ik viel in slaap en werd 100 km voorbij de stad wakker. En toen had ik iets van: doorgaan. Dit gaat niet meer goed komen tussen Turkije en mij. Puur op gevoel de beslissing genomen om een van de meest interessante landen op dit moment over te slaan. En nu ben ik in Tblisi en loop tien dagen voor op schema. Had volgens de eerste planning gecalculeerd dat ik na drie maanden hier zou zijn. Beetje gek, allemaal. Ben de eerste die dat toegeeft.

Maar goed, begin die kou toch wel een beetje zat te worden. Had me voorbereid op de kou in Rusland. Maar niet op dag 1 al, toen ik bij Pieter Evers in België vertrok en vervolgens door regenrecords en kouderecords reed. Ik probeer nu zo laag mogelijk Mongolië te bereiken, via Kazachstan, Oezbekistan, Kirchistan en weer een stukje Kazachstan. Of ik het een beetje naar mijn zin heb? Soms. Al is deze reis met geen Flat George (1 van 1)mogelijkheid te vergelijken met de vorige. Ben iets te veel Latino geworden, of gewoon een verwend ventje. Kom niet echt veel mensen tegen tijdens kleine ontmoetingen, waar tijdens ik zo briljant ben. Geinen, dollen, lachen. Behalve mezelf als ik weer eens in de spiegel kijk en er weer een paar rimpeltjes bij zie. Doorrijden, tuurlijk. Want alles wordt beter, altijd. Slecht kan niet zonder goed bestaan en andersom. Aan mij de taak om te blijven zoeken naar die flow, naar mezelf, naar die glimlach. Zorgen om mijn boek en het gebrek aan contacten/materiaal maak ik me niet. Want alles is een verhaal. Ook dit.

Share This: