‘Get you arrested’

OMijn hoofd doet zeer. Mjin hersenen zijn gekrompen van de Miller Genuine Draft. Avondje doorgezakt in Annemarea’s, een sfeerloos barretje twee straten verderop van Jasons International Hostel. Driehonderd ponders (mannen en vrouwen) zitten daar op doorgezakte barkrukken een beetje voorzich uit te zweten. Matt, de KiwiIk was daar samen met mijn Anchorage-maatjes Matt, een kiwi uit Nieuw-Zeeland en Brett, een Opilio- en Koningskrabvisser uit Milwaukee.
Brett, de Kingcrabfisher Alaska trekt een hoop werkvolk uit de overige staten van de VS aan. Kingcrabfishers werken twee maanden per jaar en daarmee vullen ze hun zakken. Bretts banksaldo steeg dit jaar naar 50.000 US dollar. Het werk op zee is ruw en gevaarlijk. Het koningskrabseizoen duurt op de kop af vier dagen. De bemanning werkt dan stijf van de speed onafgebroken, zonder één minuut slaap om maar zoveel mogelijk krab in de korte tijd binnen te halen. Afijn, last call in Annemarea’s om twee uur ’s nachts. Matt en ik hadden nahonger. Geen probleem met al die McDonalds hier, zou je zeggen. Toch wel. ’s Nachts is alleen het drive in-gedeelte open. De deal is: zonder auto geen hamburger. We werden als een paar landlopers weggestuurd door de manager.‘You scare my customers away. I call the cops and get you arrested’. Leek me op zich wel interessant gedachte, een nacht in een cel door te brengen omdat je een hamburger wil bestellen. Hoe zou de aanklacht luiden? Maar goed, daar stonden we dan. Behoorlijk naar de klote en nog steeds honger. We probeerden klanten zover te krijgen om burgers voor ons te halen. Dat maakte de manager nog bozer. Toen maar een taxi aangehouden die ons voor vijf dollar door de drive in reed. AND NOW FOR SOMETHING COMPLETELY DIFFERENT: THE GREAT ALASKAN BUSH COMPANY Matt, de kiwi, en ik hebben steeds het gevoel in een film rond te lopen, hier in Alaska (VS). Het is een groot cliché allemaal. In Coots, een voor Amerikaanse begrippen een high class club, maakte we scenes uit Roadhouse mee. Schreeuwerig volk met baseballcaps en een foute coverband. Zo nu en dan loopt er een gunslinger rond, die in no time door een bataljon politieagenten wordt opgepakt en ingerekend. In Coots liepen we Jeff tegen ’t lijf. Hij vond die twee toeristen wel grappig (‘In Europe you’re all communists, right’) en nam ons in zijn pickup mee naar The Great Alaskan Bush Company. Terwijl hij reed stopte hij zijn pijp ter grootte van een saxefoon vol met skunk-achtige zooi en waren we alle drie voor een paar minuten gelukkig. Het spul hier is niet zo sterk, en dat is goed.
Ik vond Amerikanen al raar, maar na The Great Alaskan Bush Company begin ik ze definitief smakeloos te vinden. En maar zeiken over onze Rode Buurt in Amsterdam. Om de tien minuten zie je in de Bush Company op een podium een showtje. Beetje tietjes kijken, dacht ik. No way, man. Al gauw gaat het slipje uit en staar je verbaasd naar een full shaved beaver. En zelfs naar binnen, ongelogen. Het schokkende is dat een striptent á la de Bush Company een familieding is. It’s a common thing. Je gaat er met je pa of zelfs met je moeder naar toe. Ken jou ’t schelen. Biertje drinken, kutjes kijken. Highschool meisjes en jongens die wat te vieren hebben, paartjes, groepjes vrienden, Mattt en ik – het is een avondje uit en je hoeft niet eens entree te betalen en zelfs de prijs van het bier valt mee. Voel je een vinger over je schouder glijden: ‘Wanna lapdance?’ Zo ja, dan gaan ze naakt tegen je aan lopen rijden en zo. In het zicht van alles en iedereen. Om je dood te schamen. Is allemaal normaal hier in Alaska en in de overige staten van de VS heb ik me laten vertellen. Matt en ik keken elkaar aan, yep: Tarentino’s From Dusk Till Dawn. Om drie uur ’s nachts zijn we op kousevoeten de tent uitgeslopen. Je weet maar nooit. Lopend op weg naar huis kwamen we midden in een scene van The Fast and the Furious terecht. Op de International Airport Boulevard hielden tientallen jongeren dragraces. Op en neer, op een neer – om het hardst. Open uitlaten, hoop herrie. In de verte hoorden we de sirenes al.

SUPER GUZZI

Ik hang al een week rond in Jasons International Hostel. Ik kom hier rare vogels tegen, en dat is de bedoeling van deze reis. Weinig te doen voor de rest, maar dat bevalt me prima. Ik cruise wat rond met de Guzzi. And they love ‘m. Bediende bij een benzinepomp: ‘Were the hell did this dinausor come from?’ Terwijl Joe Schmoe de tank van mijn Guzzi vulde, wist hij nog een mooie route van Argenintië naar Afrika. Gewoon over land. Hij kende mensen die zo waren gereden. In Alaska lopen behoorlijk wat dumb ass retards rond. Trouwens, ik heb al geld verdiend met de Super Guzzi. Voor Mark, een Pakistani, speel ik af en toe motortaxi. Heb al acht dollar verdiend om hem twee straten verderop te brengen. Morgenochtend gaat hij op sollicitatiegesprek. Voor tien dollar breng ik ‘m ernaar toe. Vroeg op dus.

DEADHORSE

In feite ben ik aan het wachten totdat de enige weg naar Deadhorse enigszins begaanbaar is. Vergeet niet dat Alaska net zo groot is als West-Europa en waar ik naar toe wil, is het koud en eenzaam. Vanaf Fairbanks wordt ’t tricky. Geen benzinestations en dat vijfhonderd kilometer lang. Als je geluk hebt, kom je een one tooth (slang voor Eskimo) tegen. Wat me het meest zorgen baart, zijn de beren. En ik ben al niet zo’n wildkampeerder. Ze zijn met velen, groot, gevaarlijk, snel, hebben klauwen als messen en zijn wel degelijk een probleem. Ik heb alleen mijn Super Guzzi en mijn eigen spierballetjes. Deadhorse ligt zo goed als aan de Arctische Oceaan, kortom hardcore Noordpool. One tooths en ijsberen – thats’ all. En die eten gewoon mensenvlees, die ijsberen, ongelogen. Alleen in Deadhorse is een onbemande pomp. Dus ik moet extra jerrycans met benzine meesjouwen. Ik las op mijn site dat beren schrikken van een belletje. Als je dit Kodiakmonster ziet – en hij schijnt nog een middelmaatje te zijn – begrijp je dat je meer nodig hebt dan tingeling. Dacht persoonlijk aan een .44 Magnum, of een Ruger Super Redhawk, of een Smith & Wesson 500. Voor een paar honderd dollar te koop bij Wal * Mart. Bangbang, die you motherfucker.

JASON

Jason, eigenaar van Jason’s International Hostel, is de vleesgeworden American Dream. Hij is een vluchteling uit Cambodja. Zijn hele familie is uitgemoord door de Rode Kmehr. De film The Killing Field is een kindermatinee vergeleken bij wat hij heeft gezien. Eind tachtig kwam hij naar de States. Behalve het hostel heeft hij nog twee appartementencomplexen. In Cambodja kocht hij een paar maanden geleden land aan zee om er een hotel te laten bouwen. Jason is aandoenlijk lief, vooral als hij aan hettuinieren slaat. Hij is gek op bloemen, en wij op hem.

R1-SJAAK

Ik geloof niet meer in toeval, definitief niet. Want hé luister: ik heb ‘m ontmoet, the man. Een onmogelijke onmoeting, als je ’t mij vraagt. The man heet Sjaak Lucassen, een hardcore wereldreiziger link. Vier jaar geleden vertrok de voormalige aardappelboer met zijn Yamaha YZF-R1 voor een wereldreis. Eerst door Afrika, daarna via het zuiden van Argentinië naar Alaska. Twee weken voor mijn vertrek raakten we aan de mail. Vroeg om wat tips, want die kon ik wel gebruiken, gezien mijn povere voorbereiding. Het zag er toen al naar uit dat we min of meer op het zelfde moment in Anchorage zouden landen. Hij zou Anchorage gebruiken als springplank naar Rusland. En verdomd: we landden beiden op 2 mei op Anchorage International Airport. Dit moest zo zijn (Dank je mama!), want onze reisschema’s hebben we niet aangepast. Puur, uh… toeval. Ik ken zijn reisverhalen, we schrijven voor het zelfde motorblad. Hij zou bovendien maar twee dagen in Anchorage blijven. Dus in die hele kleine tijdspanne, kruisden onze wegen elkaar in fucking Alaska of all places.
Ik had Sjaak heel, heel hard nodig. Ik sla dicht als een oester als het gaat om douaneformulieren, stempels en formaliteiten, vooral als ik maar twee uur slaap heb gehad. Het komt er op neer dat hij mijn fiets het land heeft binnen geluld. Ik had voor het gemak mijn paspoort en rijbewijs in het hostel laten liggen. In eerste instantie ook mijn motorsleutels. Ciao guys,

Paul

PS Mocht Deadhorse een optie zijn en ze krijgen me te pakken. Dan krijgt Marije mijn Super Guzzi.

Promote Paul: Mail to a friend | Post to del.icio.us | Digg! | Translate Dutch to English

  1. Stoer verhaal bro. Je verhalen lezen “lekker” (wordt bevestigd door mijn collegae)
    laat snel even wat van je horen als je terug bent van deads end. Wil je nog even op mijn site kijken naar een reactie op jou kleine berichtjes.

    According to Peter – 10:48 (op 09 Mei ’05)
  2. Beste Paul, Wat een feest allemaal. Heb gesmult van je verslag en zag het allemaal zeer duidelijk voor me haha.
    Toi toi toi voor Deadhorse.

    Joe

    According to Joe – 11:03 (op 09 Mei ’05)
  3. Hoi Paul,

    Te gek man! Nu al jaloers. Maarre, over dat belletje tegen die beren, dat klopt. Er zijn belletjes aan een kettinkje in de omloop die inderdaad beren afschrikken. Je moet het kettinkje even om die dikke berenek zien te krijgen, maar dan komen ze ook niet meer terug.

    Gegroet met zon, Freerk

    According to Freerk – 14:46 (op 09 Mei ’05)
  4. Jemig, als het daar echt zo desolaat en verlaten is als je schrijft, dan zullen we ook wel even verstoken blijven van jouw verhalen. Creepy, juist omdat je daar bent…

    Pasta Choco doet het ook beregoed geloof ik. Worden ze poeslief van… zeggen ze.

    Het is nu al genieten van je verhalen. En iedere avond wordt je site op updates gecheckt.

    According to Tim – 15:51 (op 09 Mei ’05)
  5. Ghehehe, leuk dorpje, Deadhorse: http://henkbinnendijk.tripod.com/deadhor..

    Maar de trip erheen lijkt me helemaal te gek. Wow, wat is het daar mooi en leeg. You lucky bastard!

    Ik lees net trouwens dat Coldfoot het meest noordelijke punt waar alcohol te krijgen is. Ongeveer halverwege. Dus niet alleen extra benzine meenemen.

    According to Vasilis – 17:21 (op 09 Mei ’05)
  6. Hee die Paul; Ik heb je helaas niet uit kunnen zwaaien vanaf schiphol, maar wens je wel heel veel succes onderweg. (wat is nou precies “onderweg” als reizen het doel is?) Anyway; Ook de groeten van Fred Pruntel en ik hou je site in de gaten. Mzzl….

    Martijn Pompe

    According to Martijn Pompe – 01:49 (op 10 Mei ’05)
  7. Hallo Paul.
    Kostelijke verhalen! Wat een belevenis man. Toen ik die namen van plaatsen zoals “Deadhorse” enz. las moest ik denken aan mijn jeugdboeken van Karl May. Over Old Shatterhand en Winnitou. Ik ben benieuwd of je straks nog meer van die oude indianen gebieden zult ontdekken. Ik blijf je volgen hoor!
    En je weet het hè: Hals und Beinbruch !
    Forza Guzzi!
    Martin.

    According to Martin den Haan – 09:39 (op 10 Mei ’05)
  8. Hallo Paul.
    Op een druilerige, regenachtige ochtend zoals nu las nog eens je reisverslag door.
    Onwillekeurig filosofeer je dan wat door over alles wat je vertelt. Opmerkelijk was dat de naam “Deadhorse” me steeds maar bij bleef. Die naam liet me niet meer los. “Deadhorse”. Zou die naam zijn ontstaan omdat een dood paard in die gebieden rampzalig kon zijn. Geen vervoermiddel betekende waarschijnlijk ooit eens dat een dood paard ook een “Dead man” betekende.
    Mijn fantasie hierover liet me niet meer los.
    Zou dat nog zo zijn? Zou een defect vervoermiddel nog steeds rampzalige gevolgen hebben? Als de Guzzi van Paul het zou opgeven? Wat dan?
    Ik moest toen weer terugdenken aan die keer dat je bij mij op bezoek was tijdens één van je laatste testritten. Na het interview reden we toen samen nog even door naar Motoport in Leeuwarden. We bekeken daar je motor en je vroeg me of ik nog suggesties had voor aanpassingen aan je motor. Jij vond dat je er alles aan had gedaan om je expeditie vol vertrouwen te kunnen starten. Ik was het daar grotendeels mee eens, maar had wat bedenkingen over de gemonteerde luchtfilters. Ja, voor een rondje om het Sneekermeer, of meedoen aan de Elfstedentocht, straks op tweede Pinksterdag.
    Maar van Fairbanks naar Deadhorse! 650 km over onverharde wegen en dwars door een desolaat gebied! Dat is even iets anders!
    Mijn fantasie ging toen met mijn gedachten aan de haal en ik maakte het volgende rekensommetje.
    10 uur rijden met 3000 toeren per minuut. Dat zijn 1.8 miljoen omwentelingen. Voor een 700 cc viertakt is dat 900.000 keer die 700 cc lucht inademen. In totaal wordt dat 630.000 liter lucht. En dat moet allemaal door die twee kleine luchtfiltertjes!
    Dus Paul, zorg goed voor die twee simpele onderdeeltjes van je motor. Zeker in gebieden waar de lucht niet zo schoon is als hier in Friesland. Die filtertjes doen zulk belangrijk werk, voor de Guzzi en dus ook voor jou.
    Zo Paul, dit moest me even van het hart. Ik hoop dat mijn fantasie me nu met rust laat in de wetenschap dat je aandacht zult besteden aan alle details van je vervoermiddel. Net als Old Shatterhand, uit de Indianen verhalen, dat ooit deed aan zijn paard. Sorry, de naam van het paard ben ik vergeten en de boeken ben ik kwijt. Gelukkig heb ik daar nu jouw verhalen voor terug gekregen! Ik zal ze blijven lezen!
    Goeie reis verder! Martin.

    According to Martin den Haan – 10:16 (op 11 Mei ’05)

Share This: